Joery en andere bewoners staan op tegen 670.000 ton staalslakken in hun dorp Spijk
Joery verhuisde samen met zijn gezin vanuit Sliedrecht naar het rustige Spijk om gezonder te wonen. De vervuilende rook van fabriek Chemours maakte plaats voor een prachtige, landelijke omgeving én ruimte om paarden te houden. Een droom die uitkwam – tot de sloten naast het weiland wit kleurden en zijn paarden ziek werden. Jaren later bleek dat naast het weiland staalslakken waren gestort: het begin van een lange strijd voor een schoner Spijk.

Na hun verhuizing leek alles op zijn plek te vallen voor Joery’s gezin: rust, ruimte, groen. Ze kochten paarden en vonden hier een mooi weiland voor, naast golfclub The Dutch. In 2017 begon deze golfclub aan een flinke uitbreiding van het terrein. Er kwamen meerdere weilanden bij en een grote parkeerplaats, zodat er internationale wedstrijden konden worden gehouden.
De parkeerplaats werd naast de paardenwei aangelegd met gebroken puin. Toen er later kuilen in ontstonden, werden die opgevuld met een ander soort bouwmateriaal. Datzelfde materiaal werd ook gebruikt voor het aanleggen van een 11 tot 15 meter hoge geluidswal rondom het golfterrein.
Joery: “Niet veel later kregen de paarden longklachten, maar ik had toen nog geen idee waardoor. Een paar jaar daarna kleurde het water in de sloten wit, waarop het waterschap meteen kwam controleren. Via hen hoorde ik dat dit het gevolg was van staalslakken, die dus als bouwmateriaal waren gebruikt. Pas toen ik meer te weten kwam over hoe schadelijk staalslakken eigenlijk zijn, begreep ik: die longklachten waren geen toeval.”
Giftig afval als bouwmateriaal
Joery legt uit: “Staalslakken zijn een afvalproduct van staalproductie. Ze lijken op steen, maar er zitten giftige stoffen in zoals ongebluste kalk, nikkel, lood en vanadium. Als staalslakken onbedekt in de buitenlucht liggen, komen er fijne stofdeeltjes los. Die kunnen de lucht vervuilen en ongezond zijn voor mensen, dieren en de natuur.”
“Daarnaast veroorzaakt de ongebluste kalk in de staalslakken een extreem hoge pH-waarde, vergelijkbaar met gootsteenontstopper. Als het regent, wordt het risico op milieuschade nog groter. Dan spoelen gevaarlijke stoffen uit de staalslakken met het water mee de grond in. Ook zware metalen kunnen zo in het grondwater en in de sloten terechtkomen.”
“De kalk in de staalslakken veroorzaakt een extreem hoge pH-waarde, vergelijkbaar met gootsteenontstopper.”
Toch werd in Spijk een grote hoeveelheid staalslakken toegestaan: een enorme berg chemisch afval, verpakt als ‘bouwmateriaal’. Joery: “Bij de uitbreiding van de golfclub bleek 670.000 ton staalslakken te zijn gestort. In totaal 30.000 vrachtwagens vol, verspreid over de parkeerplaats en de geluidswal. En het eigenlijke plan was zelfs om 1,5 miljoen ton te storten.”
“Daarnaast bleken de staalslakken zonder enige voorzorgsmaatregelen te zijn neergelegd, terwijl dat juist een harde voorwaarde was voor de toestemming. De aannemer had ze moeten beschermen tegen de regen, en een zandlaag tussen de staalslakken en de bodem moeten aanbrengen. Maar dat is niet gebeurd, waardoor de bodem en de sloten vervuild raakten. Met materiaal dat zoveel schade kan veroorzaken, zou je geen enkel risico moeten willen nemen.”
Hij vertelt verder. “Net als de bewoners, kregen de gemeente en de omgevingsdienst pas door wat er speelde toen de sloten vervuild bleken. De schade was toen al aangericht. En het verwijderen van de staalslakken zou tientallen miljoenen kosten … wie zou daarvoor opdraaien, of beter gezegd: failliet gaan?”
Een strijd voor schoner Spijk
Dorpsbewoners kregen steeds meer vragen en zorgen, waarna de gemeente twee informatieavonden organiseerde. Joery: “De tweede avond opende de burgemeester met de woorden: ‘De staalslakken blijven liggen.’ We wisten niet wat we hoorden … we hadden gehoopt op bescherming, niet een mededeling dat het gif blijft liggen. Maar dat besluit stond blijkbaar al vast.”
“We hoopten op bescherming, niet een mededeling dat het gif blijft liggen.”
De vervuilde sloten bleken voor de gemeente wél reden om de staalslakken uit de parkeerplaats te laten verwijderen. De aannemer moest deze naar een tijdelijke opslag brengen. Maar daarmee zou slechts een klein deel worden aangepakt, terwijl de enorme berg staalslakken in de geluidswal bleef liggen.
Dit gaf de doorslag: Joery en andere dorpsbewoners kwamen bij elkaar om te strijden voor een échte oplossing. Hij vertelt: “Eerst vormden we een soort werkgroep, om te kijken of we als dorpsbewoners iets voor elkaar konden krijgen. Maar al snel bleek dat we niet serieus werden genomen omdat we geen officiële organisatie waren. Toen besloten we verder te gaan als stichting: Stichting Natuurlijk Schoon Spijk.”
Vanaf het begin was het doel duidelijk: de staalslakken moesten weg en Spijk moest weer gezonder worden.
Joery: “We spraken in bij de provincie, stuurden brieven, en praatten regelmatig met mensen uit de politiek en met journalisten. Daarnaast hebben we bijeenkomsten georganiseerd in het dorp, dat inmiddels helemaal achter ons staat. En ook inwoners van Oost-Dalum, een dorp dat eigenlijk nog dichter bij de geluidswal ligt, zijn onze missie gaan steunen.”
De stichting probeerde meteen zoveel mogelijk media-aandacht en politieke steun te verzamelen. Joery: “We wilden eerst Den Haag wakker schudden. Om te laten zien hoe groot dit probleem is en hoe het burgers kan raken. En zodat de gemeente van bovenaf druk zou voelen om het op te lossen, in plaats van (alleen) vanuit dorpsbewoners.”
“We werden niet serieus genomen, totdat we een stichting begonnen.”
Twee stappen vooruit, drie terug
De acties van de stichting hielpen mee om de risico’s van staalslakken onder de aandacht te brengen. Het onderwerp kwam steeds vaker in de media en ook in de politiek groeiden de zorgen. In 2025 besloot de overheid daarom om het gebruik van staalslakken in Nederland voorlopig niet meer toe te staan. Dat was een belangrijke stap vooruit.
Maar in Spijk zelf loste dat weinig op. De geluidswal zit nog altijd vol staalslakken. En hoe zinvol het schoonmaken van de parkeerplaats echt is geweest, is nog maar de vraag.
Joery legt uit: “Voor het afmaken van de geluidswal is later aan de andere kant van het slootje grond bijgestort. Maar dit is grond die bedoeld is voor onder andere industrieterreinen: veel vuiler dan grond voor bijvoorbeeld tuinen en woningen. Dus waar het weer schoon was, hebben ze er opnieuw vervuiling bovenop gegooid.”
“Alsof dat nog niet genoeg was, is er nu ook PFAS gevonden. Je vraagt je af: komt dat uit de staalslakken, of uit die industriegrond? Niemand weet nog waar het precies vandaan komt, maar het is duidelijk dat het één grote berg gif is geworden.”
Verboden, maar niet verdwenen
Door het landelijke verbod is het project in Spijk voorlopig helemaal stilgelegd. Nu ligt er in plaats van de geplande 1,5 miljoen ton, ‘maar’ 670.000 ton staalslakken in het dorp. Maar wel al jarenlang, onbedekt, in weer en wind.
“Als de staalslakken tegen het spoor aanduwen en er een trein ontspoort, heb je pas echt een ramp.”
De staalslakken die eerst op de parkeerplaats lagen, zijn een paar jaar geleden verzameld in een opslag op het golfterrein. Ze liggen daar zonder enige bescherming – en dat is niet zonder gevolgen. De staalslakken vormen nog steeds een risico voor de omgeving, zowel via de lucht als via de bodem. Want inmiddels zijn ze al drie meter de grond in gezakt, waardoor ze in contact staan met het grondwater.
Joery: “Spijk ligt op veengrond, een slappe bodem die makkelijk verzakt. De staalslakken kunnen hierdoor ook gaan verschuiven, waardoor er nóg meer risico ontstaat. Zeker zo dicht bij een spoorlijn waar elke dag goederentreinen met gevaarlijke stoffen overheen rijden. Als de staalslakken tegen het spoor aanduwen en er een trein ontspoort, heb je pas echt een ramp.”
Toezicht faalt, bewoners betalen de prijs
Het waterschap nam de situatie al bij de eerste melding over wit slootwater serieus en kwam snel in actie. Ze kwamen direct het water controleren en bevestigden de vervuiling. “Over het waterschap niets dan lof,” zegt Joery, “Maar over het werk van andere organisaties heb ik gemengde gevoelens. Zo had ik op meer begrip en snellere acties gehoopt vanuit de omgevingsdienst, de GGD en de gemeente.”
Joery: “Wij hadden het idee dat de omgevingsdienst in onze regio geen ervaring had met staalslakken, en de risico’s ervan. Daar heb ik ergens ook begrip voor: er is geen centrale kennisbank of opleiding waarin zulke stoffen aan bod komen. Dat is wel iets waar ze voor kunnen zorgen, want blijkbaar is het nodig.”
“En de GGD deed eerst wel onderzoek, na plotselinge bloedneuzen en iemand met zware longontsteking. Maar ze zeggen geen bewijs te hebben gevonden en wijzen nu elk mogelijk verband met staalslakken meteen af. Terwijl een toxicoloog als Paul Scheepers bijvoorbeeld wél verbanden legt tussen staalslakken en gezondheidsklachten, waaronder bloedneuzen en beschadiging van organen.”
“Als je een huis bouwt, komt de gemeente elke stap controleren. Hier ging het om chemisch afval en kwam er niemand.”
Hoe de gemeente met de situatie is omgegaan, valt Joery het meest tegen. Hij legt uit: “Die had alles in de gaten moeten houden toen de staalslakken werden gestort, maar deed dat niet. Als je een huis bouwt, komt er iemand je materiaal controleren en meten of je het wel goed plaatst. Hier ging het om chemisch afval, maar dat leek niemand uit te maken – ook niet dat het verkeerd gestort werd.”
Blijven hopen, blijven strijden
Een echte oplossing lijkt nog ver weg. Het verwijderen van álle staalslakken kost tientallen miljoenen euro’s. Dat kan en wil niemand betalen. Ook de gemeente niet.
Joery: “Dat maakt hun rol ingewikkeld: als toezichthouder zouden ze streng moeten zijn, maar tegelijkertijd willen ze kosten vermijden. Zeker als het om zulke hoge bedragen gaat dat ze er failliet door kunnen gaan. Begrijpelijk natuurlijk, maar het voelt daardoor ook alsof geld zwaarder weegt dan onze gezondheid.”
“Het verwijderen van de staalslakken kost tientallen miljoenen euro’s. Dat kan en wil niemand betalen.”
Stichting Natuurlijk Schoon Spijk krijgt na al die tijd nog altijd meer gehoor in Den Haag dan bij hun eigen gemeente. Joery: “Het is bijna alsof de gemeente bang is voor ons, ik begrijp dat niet goed. We zijn redelijke mensen en we beseffen dat het voor de gemeente ook een erg lastige situatie is. Toch betrekken ze ons totaal niet bij besluiten rondom de staalslakken, of bij het zoeken naar een oplossing.”
Hoewel de strijd veel tijd en energie vraagt van de leden van de stichting, blijven ze hoopvol. Joery: “Dit kost me zeker 15 uur per week, naast het runnen van mijn eigen bedrijf dat ook gewoon doorgaat. Ik heb nog maar weinig tijd voor mijn gezin, maar niets doen is geen optie. Het is misschien nooit 100% op te lossen, maar ik blijf hopen op een uitkomst waar iedereen mee kan leven.”
Tot die tijd blijft de stichting actief en houdt ze druk op de ketel. Dat laatste is ook meteen Joery’s advies voor anderen die met milieucriminaliteit of vervuiling van hun leefomgeving te maken krijgen. “Wacht niet te lang, wees er vroeg bij en benader meerdere organisaties zoals waterschap, omgevingsdienst, GGD, provincie en de politiek. En: alleen sta je nergens, dus zoek mensen die samen willen strijden en laat van je horen, bijvoorbeeld als stichting.”
Joery hoopt dat de gemeente de dorpsbewoners niet meer uit de weg gaat, maar de samenwerking juist opzoekt. Ook voor de politiek heeft Joery een heldere boodschap: “Wees kritisch op lobbyclubs en luister beter naar burgers. Bij bedrijven speelt geld de grootste rol, waar burgers gewoon veilig willen kunnen leven – dat recht moet boven alles staan.”
“Het recht op veilig leven moet boven alles staan. Zoek mensen die samen willen strijden en laat van je horen.”
Wil je zelf jouw verhaal delen op Slachtofferwijzer, anoniem of onder je eigen naam? Dit kan veel steun en herkenning geven aan lotgenoten. Lees meer over het delen van jouw verhaal op Slachtofferwijzer.
Verhalen van anderen
Bekijk alle verhalenLees verder
Vertel ons wat je vindt van deze website


